Voetbalminnend Europa keek afgelopen zaterdagavond mee hoe Christian Eriksen van Denemarken gereanimeerd werd. Een hard beeld voor velen. Wij vonden dat ook. Die blikken in het stadion van verweesde supporters, verweesde spelers die er dichtbij stonden. Er was ooit een avond dat Joyce en ik even verweesd keken…. Al was dat meer een avond van: wij staan op het randje om een deel van ons te verliezen….
12 juni 2021. We maken ons klaar om met een dik bevriend koppel nog eens een leuk avondje uit te hebben. De Rode Duivels spelen hun eerste wedstrijd op het EK om 21 uur. De televisie staat op. Denemarken speelt tegen Finland en we kijken nog even, voetbalminnend als we zijn. Of toch vooral de papa. En plots valt er een speler neer. Christian Eriksen. Een vitale voetballer, sterspeler bij Inter Milaan. Hij blijft liggen. Roerloos…. En dan plots die beelden… DE hartmassage. Joyce en ik weten weten wat er aan de hand is. Maartje en Lise kijken mee… ‘Waarom voetballen ze niet meer mama?’ We proberen het te omzeilen. “Hij heeft pijn, ze moeten even helpen”. Het woord hart vermijden we. Maartje kijkt ook mee. Lise kijkt mee. Ze zijn nog maar 4,5 maar weten wat het woord hart betekent… Maartje haar hartje, weet je wel…
Weet je ergens had ik – en ik weet mijn lieve vrouw en mama van onze olijke tweeling hetzelfde gevoel. Een terugblik in de tijd. Naarmate we meer beelden te zien krijgen, weten we zelf: dit komt goed. Eriksen haalt het wel. Gelukkig maar, een jonge vader van kinderen, een liefhebbende vrouw aan de zijkant van de lijn… En we vertrekken naar onze afspraak. Met toch ergens een goed gevoel… Stom misschien maar toch.
We hebben ons geamuseerd die zaterdagavond. De Rode Duivels winnen. We hebben echt een zalige geweldige avond. En toch spookt heel die avond één bewuste avond constant door mijn hoofd… Toen stond er geen heel stadion op te kijken, geen heel Europa, maar het was een avond dat er eentje streed voor wat ze waard was… Ons Maartje. She good figther zoals de peter van ons Lise ons Maartje ooit noemde. Dus ergens Jef Broes – ik mag je bij naam noemen – heb je zelfs de aanzet gegeven tot De Kleine Strijders…
Het was 9 maart 2017. Dag van een nieuwe zware operatie voor Maartje. De vrolijkheid zelf tot in het operatiekwartier. Maar het opzet was niet min: verwijderen van klemmen op de longslagaders, verbreden van de aortaboog, verwijderen van de shunt, kijken en mogelijk verminderen van een lekkende hartklep en kijken en mogelijk herstellen van gaatjes in de wand tussen de hartkamers. Wij hadden ons als ouder verschillende doelen vooropgesteld. Géén hartlongmachine en een gesloten borstkas… Dan zou ze al heel ver staan…
En dat wordt het ook. Opluchting. Nog eens een uur later. Eindelijk mag je bij je dochtertje. Weet je, het is en blijft een pijnlijk aanvoelen. Maar ergens ben je na een eerder verblijf van 49 dagen op intensieve blij: géén open borstkas, géén hartlongmachine. Go Mega Maartje denk je dan… Euforie alom… Ondanks alles…
Maar dan wordt het later op de avond. Maartje lijkt het toch moeilijker te krijgen. Heel moeilijk. Iets voor 22 uur staan we terug aan haar bedje. Plots zie je een arts aan de verpleging de ene na de andere spuit vragen met bloed en plasma. De ene na de andere. Daar zou alles mee moeten stabieler worden, maar dat wordt het niet. Seconde na seconde voel je de situatie veranderen. De chirurgen waren al wel opgeroepen want sowieso zou haar borstkastjes opgeschoond worden, want er waren bloedklonters rond het hart. Maar het gaat te snel. Er is geen tijd om te wachten. Mama stelt de dokteres een ‘stoute’ maar duidelijke vraag: bestaat de kans dat ze sterft? Blik naar beneden maar heel eerlijk: ja. Die kans bestaat.
Mama stort enkele minuten later in. Een afscheidskus was haar zelfs niet gegund. Zo snel moest het gaan. We staan op luttele afstand van haar bedje, maar je hoort ze te werk gaan; roepen tegen elkaar, er alles aan doen om dat kleine vechtertje ermee door te halen… Het was alles of niets… Letterlijk alles of niets… Toen ik zaterdagavond die spelers zag staan rond Eriksen, voelde ik weer die absolute onmacht. Alles, letterlijk alles, ligt in handen van de deskundigen achter je.
Later op de avond hoor je: Eriksen is stabiel. Zo’n vies woord. Stabiel. Maartje is zoveel ‘stabiel’ geweest… Weer flitst er zoveel door je hoofd. Ik herinner me nog dat de moment dat de arts die eigenlijk op weg was naar huis maar uiteindelijk mee Maartje haar leven heeft gered bij ons op de noodkamer kwam. Ze had het gehaald. Ze omhelsde ons. Viel uit haar rol als arts en omhelsde ons en fluisterde: ze haalt het echt wel hoor… Om dan de dag erna haar topdokter Marc Gewillig tegen te komen… Verdwaasd van een nacht zonder slaap die tegen de woorden tegen je zegt: ze heeft gevochten, we hebben gedaan wat we konden, nu is het aan haar…
She good fighter. Ze haalde het. En kijk nu. De grootste durfal. Ze begrijpt dingen soms niet goed, maar dan weten we: she good fighter, niet? Dus Eriksen: jij kan dat ook als een ukkepuk van toen nog geen één jaar zich zo door het leven vecht. Ze heeft zoveel meer als jou doorstaan.